top of page

Epilepsie Hond

De hersenen bestaan uit miljarden zenuwcellen, die voortdurend boodschappen aan elkaar doorgeven. Dat gebeurt via elektrische impulsen (kleine stroomstootjes) en chemische stoffen (neurotransmitters) die de prikkel overdragen van de ene hersencel op de andere.

Soms wordt dit systeem verstoord. Het gevolg van die storing is een plotselinge, overmatige ontlading van (groepen) hersencellen, te vergelijken met een soort kortsluiting.

Dat is een epileptische aanval. De duur en de ernst van de aanvallen kunnen per individu verschillen. Ook de verschijnselen kunnen per individu verschillen, deze zijn afhankelijk van in welk gedeelte van de hersenen is kortsluiting, hoe groot is dit gebied en wat is de oorzaak.

Verschillende vormen en oorzaken van epilepsie

Epilepsie bij de hond kan worden opgedeeld in drie hoofdgroepen:

  • Idiopathische epilepsie

    • Bij de hond is dit de meest voorkomende vorm van epilepsie. Het treedt voor het eerst op bij honden van ½ - 6 jaar leeftijd, waarbij bepaalde rassen vaker zijn aangedaan dan andere rassen. Erfelijke factoren kunnen een rol spelen. Tussen de aanvallen door heeft de hond nergens last van. Lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek, MRI- of CT-scan en onderzoek van hersen/ruggenmergvocht tonen geen afwijkingen.

  • Structurele epilepsie

    • Hierbij is sprake van afwijkingen in de hersenen. Deze afwijkingen kunnen aangeboren zijn, zoals een waterhoofd. Ze kunnen echter ook verkregen zijn, zoals een tumor, ontsteking, bloeding, vergiftiging of trauma (een eerder in het leven opgetreden trauma zoals een aanrijding kan in een later stadium resulteren in littekenvorming in de hersenen).

  • Reactieve epileptische aanvallen

    • Bij deze vorm zorgen afwijkingen in het bloed voor de epileptische aanvallen. Voorbeelden hiervan zijn lever- en nieraandoeningen, een te laag suiker- of calciumgehalte, verstoorde zoutbalans, vergiftiging (slakkengif, lood) en hitteberoerte. Dit betreft geen echte epilepsie – als de onderliggende oorzaak verholpen wordt, zullen de aanvallen stoppen. Dat betekent echter niet dat er tot die tijd geen medicatie hoeft te worden gegeven tegen de aanvallen.

Tijdens een aanval onderscheiden we drie fasen. 

De duur en de ernst van de aanvallen kunnen per individu verschillen.

– Voor de aanval (prodromi, aura, voortekenen)

Deze periode kan enkele seconden duren maar ook uren of zelfs dagen.

Uw hond gaat zich anders gedragen: soms rustig, soms juist onrustig, vaak zijn honden wat aanhaliger. Honden kunnen verder soms een wat verdwaasde blik in hun ogen hebben.

Deze fase wordt ook nog wel eens gemist, omdat het kort duurt, of omdat u slaapt als de voortekenen zich aandoen.

Als u al meerdere aanvallen heeft meegemaakt, onderkent u deze fase soms wel, waardoor u een aanval kunt zien aankomen. U kunt dan extra medicijnen geven om de aanval te voorkomen.
(zie medicijnen bij epilepsie)

– De aanval (toeval of ictus)

De echte aanval duurt meestal kort: seconden tot minuten.

Bij een hevige aanval  kan het volgende worden waargenomen:

  • Omvallen en bewustzijnsverlies

  • Hevige krampen over het hele lichaam

  • Krampachtige bewegingen met de poten

  • Klapperen met de kaken

  • Schuimbekken

  • Janken, gillen of piepen

  • Verlies van urine en ontlasting

Deze fase van de aanval kan enkele minuten duren en er zeer alarmerend uitzien.

Duurt de aanval langer dan 10 minuten, dan spreken we van status epilepticus en dient u altijd een dierenarts te bellen!

– Na de aanval (post-ictale fase)

Deze fase kan enkele seconden tot enkele dagen aanhouden.

De meeste hondenbezitters vinden deze fase het vervelendst. 

De krampen zijn wel afgelopen, maar uw hond gedraagt zich vreemd: is onrustig, piept, vraagt om eten, gaat uitgebreid slapen, gaat op rare plekkenliggen, herkent u niet.

Je kan deze fase het best vergelijken met slaapwandelen. Het bewustzijn is nog steeds verminderd. Piepen en angstig kijken hebben dus meer te maken met een nachtmerrie. Uw hond lijdt niet en is ook deze fase vergeten als de aanval over is.

 

Een epileptische aanval is niet te stoppen. Het is belangrijk te beseffen dat uw hond tijdens een aanval buiten bewustzijn is. Hij of zij kan zich later van de aanval niets herinneren.

  • Blijf rustig

  • Raak uw hond of kat niet aan. Hij of zij kan u per ongeluk bijten/verwonden.

    • Houd uw hond of kat niet vast

    • Aai uw huisdier niet

    • Stop niets in de mond van uw huisdier

    • Geef geen medicijnen via de mond

  • Schuif eventueel meubels aan de kant, zodat uw hond of kat zich niet kan verwonden.

  • Maak aantekeningen: wat gebeurt er, hoe lang duurt het? Of maak een film-opname met uw telefoon zodat u dit later samen met de dierenarts kan bekijken en bespreken.

  • Bel uw dierenarts als de aanval langer duurt dan 10 minuten.

Klinisch en aanvullend onderzoek

Aangezien de therapie en de prognose enorm verschillen voor de drie vormen van epilepsie (idiopathisch / structureel / reactief) is het verstandig om naast het uitgebreide klinisch onderzoek ook aanvullend onderzoek te doen.

Bloedonderzoek kan oorzaken van reactieve epileptische aanvallen bevestigen of uitsluiten.

De enige manier om structurele epilepsie aan te tonen of uit te sluiten is door middel van een MRI- of CT-scan van de hersenen (zeer sterke voorkeur voor MRI), gevolgd door onderzoek van het hersen/ruggenmergvocht.

Uiteraard is het geheel aan u om te besluiten of u aanvullend onderzoek wilt laten uitvoeren en zo ja welke onderzoeken en op welk moment.

Indien er geen afwijkingen naar voren komen uit bovengenoemde onderzoeken, de toevallen gegeneraliseerd zijn en uw hond tussen de ½ en 6 jaar oud is (of dit bij het optreden van de eerste epileptische aanval was), dan blijft de diagnose idiopathische epilepsie over.

 

Kan het kwaad dat mijn hond af en toe een aanval heeft?

Tijdens een gegeneraliseerde aanval kan zuurstoftekort en suikertekort in het bloed ontstaan, kan de bloeddruk veranderen en kan oververhitting optreden. Het grote gevaar van een epileptische aanval is dat er onomkeerbare hersenschade optreedt als gevolg van een lang aanhoudende gegeneraliseerde aanval. Deze schade treedt al op bij een aanval van 20 minuten!

Niet alleen de gevolgen van de aanvallen kunnen schadelijk zijn. Ook de oorzaak van de epilepsie, een proces in de hersenen of afwijkingen in het bloed als gevolg van een andere primaire aandoening, kunnen een reden zijn tot zorg.

Het kan dus in zekere zin wel kwaad dat uw hond af en toe een aanval heeft. Het is dan ook verstandig om te onderzoeken of er een onderliggende oorzaak is. Daarnaast kan behandeling/preventie van de aanvallen nodig zijn.

 

Wanneer is epilepsie een spoedgeval?

Blijft een aanval bij uw hond langer dan enkele minuten voortduren, dan bestaat het risico op een aanhoudende aanval waar de hond zelf niet meer uitkomt. Dit laatste wordt een status epilepticus genoemd. Is dit het geval of volgen kortere aanvallen elkaar in snel tempo op (clustering, hetgeen een voorbode kan zijn van een status epilepticus), dan is er sprake van een SPOEDGEVAL. Direct ingrijpen is dan noodzakelijk. Duurt de eigenlijke aanval langer dan 20 minuten dan treedt al irreversibele hersenschade op!

Is uw hond al bekend met epilepsie dan kan het zijn dat uw dierenarts u medicatie met diazepam (bekend van het humane Valium®) heeft meegegeven. Dit brengt u in de anus van uw hond in tijdens een langdurige aanval, teneinde de aanval te doen stoppen. Heeft u deze medicatie niet in huis, dan dient u zo snel mogelijk met uw hond naar een dierenarts te gaan.

Het kan nodig zijn dat uw hond vervolgens een dag of enkele dagen bij de dierenarts in de opname wordt gehouden en dat (verschillende soorten) medicatie via een infuus worden ingegeven om de aanvallen te remmen. 

 

Therapie & monitoring

Afgezien van de bovenbeschreven spoedtherapie in het geval van aanhoudende aanval(len), hangt de gekozen therapie af van het type en de ernst van de epilepsie.

Ligt er een oorzaak ten grondslag aan de epilepsie, dan zal moeten worden gekeken of deze kan worden behandeld en of u dat als eigenaar ook wilt.

Atypische focale toevallen, tot uiting komend in vreemd gedrag (vliegen happen etc), reageren vaak slecht op anti-epilepsie middelen, maar een stuk beter op geneesmiddelen die worden ingezet bij psychische problemen.

Idiopathische epilepsie en overige vormen van epilepsie waarvan de oorzaak niet kan worden weggenomen, kunnen levenslang met anti-epilepsie pillen (anti-epileptica) worden behandeld. Per dier zal een afweging moeten worden gemaakt of het verstandig is om al met medicatie te starten. Medicijnen tegen epilepsie zijn altijd nodig bij clustering (als er meerdere aanvallen in korte tijd (minuten tot uren) na elkaar komen) of status epilepticus (aanval langer dan 10 minuten, levensbedreigend). De voordelen van de medicatie moeten opwegen tegen de bijwerkingen van de medicatie. Richtlijnen voor het starten met anti-epileptica zijn als volgt:

  • Bij twee of meer toevallen per half jaar.

  • Na meerdere toevallen binnen korte tijd.

  • Na een toeval van meer dan 5 minuten / status epilepticus.

  • Bij een post-ictale fase die langer dan 24 uur duurt.

  • Bij ernstige verschijnselen tijdens de post-ictale fase, zoals agressie.

  • Wanneer de tijd van de toeval of de ernst van de verschijnselen toeneemt ten opzichte van vorige toevallen.

  • Bij moeilijk te behandelen rassen, zoals de border collie.

Medicatie tegen epilepsie werkt vaak niet meteen, er kunnen enkele weken overheen gaan voordat goed effect wordt gezien. Daarnaast is het bij bepaalde medicatie noodzakelijk om na enige tijd te controleren of de medicatie zich in de juiste hoeveelheid in het bloed bevindt (bloedspiegelbepaling).

Het is belangrijk om u te realiseren dat de anti-epileptica niet voor genezing zorgen! Veel honden blijven toevallen houden, maar medicatie leidt wel tot afname van het aantal en de ernst van de aanvallen. Medicatie is levenslang nodig en de dosering moet regelmatig worden gecontroleerd en aangepast aan de hand van klinische controle en bloedonderzoek.

De dierenarts kan verschillende middelen tegen epilepsie voorschrijven. De meest gebruikte middelen zijn Fenobarbital (goedkoop), Epikal en Pexion.

Heeft het ingezette anti-epilepsie middel in de juiste dosering onvoldoende effect, dan kan een tweede middel worden toegevoegd of kan worden overgestapt naar een ander middel.

Uw dierenarts zal met u de bijwerkingen van de gekozen medicatie bespreken. Voorbeelden van bijwerkingen zijn sloomheid en dronkenmansgang, die beiden vaak kortdurend zijn, en een meestal blijvende toename van de eetlust, drinken en plassen (fenobarbital). In het geval van fenobarbital is het belangrijk na 6 weken en 3 maanden de spiegel fenobarbital in het bloed te bepalen. Hiermee kan worden bepaald of de dosering moet worden aangepast. Dit onderzoek kost ongeveer 69euro* en kan in huis worden gedaan. Daarnaast is het belangrijk om één of twee keer per jaar een klein bloedonderzoek te laten doen om de lever- en nierwaardes te controleren (ong. €58,-). *

*Prijzen onder voorbehoud.

 

Prognose

De prognose is geheel afhankelijk van het type / de oorzaak van de epilepsie, daarom is het ook fijn om precies te weten met welke vorm we te maken hebben. Voor sommige aandoeningen kan de prognose heel gereserveerd zijn. Voor idiopathische epilepsie (epilepsie zonder afwijkingen in het lichaam) geldt dat met de juiste levenslange therapie en monitoring de aanvallen niet volledig kunnen worden voorkomen, maar vaak wel drastisch kunnen worden verminderd. Het doel van de behandeling is de kwaliteit van leven voor zowel uw hond als voor u zo optimaal mogelijk te maken.

EpilepsieHondOorzaak
EpilepsieHondOorzaak
EpilepsieHondOorzaak
EpilepsieHondOorzaak
EpilepsieHond
EpilepsieHond1
R (1).jpg
CP_EpilepsyDogs_4.jpg
PhenoralEpilepsie
Pexion
bottom of page