Zorg voor pasgeboren pups
Pasgeboren pups zijn zeer kwetsbaar en hulpbehoevend. In principe worden de pups gedurende de eerste weken van hun leven verzorgd door hun moeder, ze zijn volledig afhankelijk van haar. Pups kunnen zichzelf nog niet warm en schoon houden en ze hebben hulp nodig om te ontlasten en te plassen. Een gezonde teef weet wat ze moet doet waardoor u als eigenaar alleen de ontwikkeling van de pups in de gaten hoeft te houden. Ook is het mogelijk dat u teef en pups alleen af en toe een handje moet helpen.
De pups moeten meteen na de geboorte gaan drinken ze zijn dan vaak nog niet eens droog. Door het drinken komt er oxytocine vrij bij de teef waardoor er weer weeën worden opgewekt en zal de geboorte verder gaan. De meeste pups kunnen de tepels goed vinden, maar soms hebben ze wat hulp nodig. Ook is het belangrijk om te controleren of de melkproductie op gang komt en/of er voldoende moedermelk geproduceerd wordt.
Gedurende de eerste twee dagen nemen pups uit de moedermelk antistoffen tegen verschillende ziekten op. Daarna kunnen de antistoffen niet meer door de darmen van de pup opgenomen worden
Pups drinken elke 2 - 3 uur bij de moeder en moeder likt daarna hun achterste om ze te laten plassen en ontlasten.
Gezonde, tevreden pups slapen en drinken. Als ze piepend rondkruipen, duidt dit meestal op een probleem. Ze kunnen honger hebben of het te warm of te koud hebben.
Het belangrijkste en eerste symptoom dat er iets mis is, is dat de pup niet groeit of zelfs afvalt. Let ook op de teef: een pup die verzwakt krijgt minder aandacht van de moeder of wordt zelfs door haar uit het nest gezet. Geef dus extra aandacht aan warmte, de moedermelk(klieren), vocht en voeding en het gewicht van de pup.
Als de pups door de moeder niet warm gehouden worden biedt een warmtelamp uitkomst. De eerste 4 - 5 dagen is een temperatuur van rond de 26 tot 28 graden het beste, geleidelijk dalend tot 26 graden in de tweede week, 23 - 26 graden in de derde week en 23 graden in de vierde week.
Ook kan de teef vergeten ze te likken en de pups zo dus niet helpen met plassen en ontlasten. Neem in dit geval contact op met uw dierenarts.
Het nog aanwezige stukje navelstreng zal langzaam indrogen en na 4 - 7 dagen loskomen.Tot een leeftijd van 10 – 14 dagen oud zijn de ogen van een puppy nog gesloten en kunnen pups nog niet horen of zien. In deze periode kunnen ze wel goed ruiken en contact met mensen is nu al belangrijk om ze aan mensen te laten wennen. Pak ze echter niet te vaak op, want rust is erg belangrijk in deze fase. Als na deze periode de oogjes nog niet open zijn, de oogleden opzwellen of er komt viezigheid uit de ogen, neem dan contact op met uw dierenarts.
Ook het gewicht van de pups is erg belangrijk. Het is daarom verstandig de pups meteen na de geboorte te wegen en na twaalf uur nogmaals. Pup moeten elke dag aankomen, de ene dag meer dan de andere keer. Pups die extra goed in de gaten gehouden moeten worden, zijn degenen met een laag geboortegewicht of pups die afvallen na de geboorte. Daarna kunt u de pups elke dag op hetzelfde tijdstip wegen. Na vier weken kunt u ze wekelijks gaan wegen. Noteer alle gewichten, zodat de groei goed in de gaten te houden is. Het geboortegewicht van een pup varieert tussen 100 - 500 gram, afhankelijk van het ras. Een pup moet zijn geboortegewicht verdubbelen in 8 - 10 dagen.
Als de pups onverhoopt helemaal geen moedermelk meer drinken en er geen pleegmoeder beschikbaar is, moet er vaker gevoerd worden. Dit is een intensieve bezigheid en gaat ’s nachts ook door. Moederloze pups moeten in de eerst week minimaal acht keer per dag, dus om de drie uur gevoerd worden. Na het voeren kunt u het gebied rond de anus masseren om poepen en plassen te stimuleren. Na drie weken hoeft minder vaak gevoerd te worden. Naast moedermelk gaan ze dan ook vast voedsel eten. Geef hiervoor een papje van puppy-voedsel met kunstmatige melk van goede kwaliteit.
Indien bijvoeding gewenst is (mogelijk in overleg met de dierenarts) is de werkwijze als volgt: één deel poeder aanmaken met twee delen voorgekookt lauwwarm water, daarna goed roeren of schudden tot alle klontjes opgelost zijn. De melk moet snel verbruikt worden, u kunt dan ook het beste voor iedere voeding nieuwe melk aanmaken.
De dagelijks benodigde vochtbehoefte is 20 – 25 % van het lichaamsgewicht. Het schema hieronder is een voorbeeld van de hoeveelheid dat gegeven kan worden.
Leeftijd // Aantal voedingen per 24u // Dagelijkse hoeveelheid per 100 gram lichaamsgewicht
1e week 12 12 – 28 ml
2e week 8 14 – 28 ml
3e week 6 16 – 28 ml
4e week 5 18 – 30 ml
5e week 5 18 – 30 ml
Om de melk toe te dienen, kunt u gebruik maken van een flesje of een sonde. Als de pup krachtig genoeg is en een goed zuigreflex heeft zal de voeding met een flesje te geven zijn. Indien de pup te klein of verzwakt is de veiligste en snelste methode het gebruiken van een sonde, hiermee voorkomt u dat de pup zich zal verslikken. De sonde is een zacht rubberen slangetje waardoor de melk rechtstreeks in de maag gebracht kan worden.
Om te kijken hoever u de sonde in kunt brengen, legt u de pup op zijn zij en legt u de sonde over de pup heen tot aan de zesde rib. Zet nu aan het begin van de sonde (bij de bek) een streepje met een stift. Om de sonde in te brengen, duwt u met uw vinger het bekje open en schuift u de sonde over de tong heen. Als de pup slikt, duwt u de sonde langzaam door tot aan het streepje. Zet nu de spuit met melk op de sonde en druk deze langzaam leeg.
Voor verdere tips en begeleiding kunt u altijd bij uw dierenarts terecht.
Veel succes met het grootbrengen van de pups